poëzie etc han van der vegt

Reis naar het bekende opname

Reis naar het bekende

Een formule van kristallijnen symmetrie en eenvoud
dat zij, zodra ze hem uitgeschreven hadden, overtuigd
waren dat hij hun de coördinaten van de ziel bood,
een enigma waarnaar ze niet eens op zoek waren geweest.
Collega’s die smalend reageerden, bleken niet in staat
hun ongerijmde speculaties te weerleggen of met
plausibeler hypotheses te overtroeven, zodat
na vijf jaar ten einde raad de twijfel opzij werd gezet.
De twintig jaar daarop hadden ze nodig om een apparaat
te bouwen waarmee de zielencoördinaten bereisd
konden worden: een zwarte slurf met een enkele bocht
aan de ene kant de ingang en aan de andere kant
niets, of elders, of de ziel, dat moest worden uitgezocht,
waarna de dag aanbrak dat de vier reisgenoten, behept
met een oppervlakkig karakter, zonder aandrang of drift
en getraind onder de zwaarste deiningen van het gemoed,
één voor één de trappen beklommen, boven, op het schavot,
het applaus van de toegestroomde menigte in ontvangst
namen en met een grimmige duik verdwenen in het gat.




Toen kwam de tijd van het wachten. Geleerden wie het project
na aan het hart lag kwamen regelmatig tezamen rond
elkaars tafel en delibereerden breed over de aard
van de ziel, over haar middelpunt en uitgestrektheid.
Welke kans maakte de missie? Volgens sommigen bestond
de essentie van de reis in transsubstantiatie, met
het gevaar dat de terugkeer de reizigers was geblokkeerd,
maar volgens anderen was het risico veel groter dat
wie eenmaal van de geneugten van het zielenleven had
geproefd, met niets tevreden zou zijn dan onstoffelijkheid.
Telkens werden ze tot dezelfde vragen teruggevoerd.
Via welke wegen kon de ziel het best worden verkend?
Energiebanen? Gammastralen? De aders van de lot?
De nerf van de voorbeschikking? Voor enkelen van hen stond
de begrijpbaarheid van de ziel a priori onwrikbaar vast.
De meesten achtten het denkbaar dat de mens deel aan iets had
zonder daar greep op te hebben. Een van hen hield zelfs staand dat,
mocht blijken dat de reizigers niet in de ziel verdwaald
geraakt waren, dat het bewijs was dat die ook niet bestond.



Toen ze vernamen dat de reizigers waren teruggekeerd
bleek dat die al weken onder de mensen hadden vertoefd
alsof de ziel zelf de route en de duur van hun doortocht
had bepaald en hen vervolgens via een natuurlijk pad
had afgescheiden zonder dat ze het zelf hadden gemerkt.
Op zich waren hun verslagen niet spectaculair, met
de pulserende, elastische verten zonder verschiet,
de diffuse vlekkerigheid van het rusteloze licht
en het doolhof van de onomkeerbaarheid. Er was niemand
die het niet zelf had kunnen verzinnen. Maar steeds als het woord
ziel viel moest ieder voortaan denken aan het viertal, dolend
over de uitgebreidheid die zij zo lichtzinnig genoemd
hadden. Ieder die over zijn eigen warse ziel nadacht
riep onvermijdelijk het in het verslag beschreven beeld
op van de vier lichaamsvreemde reizigers die op de tast
de bodem afzochten naar sporen van zwelling of van rot
en die langzaam doordrongen raakten van de dreunende tred
van gigantische dieren die, daar of in een aanpalend
vertrek, iets bewerkstelligden met inzet van al hun kracht.


muziek: Jan Frans van Dijkhuizen
stem: Han van der Vegt
opname Jan Frans van Dijkhuizen
studio Ratsmodee